Kan daadkrachtig handelen überhaupt open zijn?
In het gemeentelijke leerprogramma Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken onderzoeken we (Kennisland en het Leer- en Expertisepunt Open Overheid) hoe je als gemeente tegelijkertijd daadkrachtig en ‘open’ kunt handelen. Tijdens de tweede bijeenkomst wordt aan de hand van ervaringen duidelijk dat het concept openheid niet absoluut is, maar per situatie en context bekeken moet worden.
De grond wordt warm onder onze voeten: de urgentie van de aardgastransitie is hoog. Moeten we het aardgas vervangen door elektriciteit of moeten we letterlijk warmte onder onze voeten aanleggen met een warmtenet? Complexe vragen waarop het antwoord ambigue is, en waar vele belangen mee gemoeid zijn. Kun je als overheid überhaupt daadkrachtig handelen tijdens transities en er tegelijkertijd ‘open principes’ op nahouden? In het leerprogramma Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken onderzoeken we deze vraag met vijf Nederlandse gemeenten. Tijdens de tweede bijeenkomst wordt duidelijk dat het concept openheid voor hen niet absoluut is, maar per situatie en context bekeken moet worden.
Gezocht: zevenmijlslaarzen
De tweede bijeenkomst van het leerprogramma vond plaats in Wageningen. Deze universiteitsstad is voorloper op het gebied van aardgasvrije wijken, en groot voorstander van én pionier in een open aanpak. Ze zijn hier dan ook al jaren bezig: “In 2009 was het alsof je voorstelde om samen naar de maan te vliegen als je begon over aardgasvrije wijken.” Onder andere door meer aandacht in de landelijke media zien ze in Wageningen het bewustzijn en begrip onder inwoners groeien.
We startten de bijeenkomst met een tijdlijn waarop gemeenten aangeven waar ze staan in het proces van hun gemeente aardgasvrij maken op een open, democratische manier. In mei deden de gemeenten dit ook al. De gemeenten geven aan dat het lastig is om te voorspellen waar je over een paar maanden staat. Wanneer je een programmaplan maakt is het belangrijk om iteratief te werken: de voortgang kan van dag tot dag verschillen. Wat er mogelijk is wordt mede bepaald door de stand der techniek.
Het wordt snel duidelijk dat er sprake is van een tweedeling: enerzijds zijn gemeenten positief over de bouw van aardgasvrije wijken, anderzijds zijn ze terughoudend over de vooruitgang in de bestaande bouw. Bij bestaande bouw heb je te maken hebt met een spinnenweb van gevestigde belangen, waardoor het lastiger manoeuvreren is. Bij nieuwbouw is dat anders: Daar wordt een nieuwe werkelijkheid gecreëerd die zo aantrekkelijk mogelijk wordt gemaakt. Nieuw ‘instappen’ is gemakkelijker dan transformeren.
“Bij nieuwbouw zijn gemeenten het unaniem eens dat de rol van de overheid meer hiërarchisch is.”
Met de manifestatie van dit verschil komt de discussie op gang over de rol die je als overheid neemt in deze twee parallelle processen. Bij nieuwbouw zijn gemeenten het unaniem eens dat de rol van de overheid meer hiërarchisch is, door slimme tenders uit te schrijven waarin aardgasvrije bouw wordt verondersteld. Dit vereist wel wat lef aangezien dit in feite ‘bovenwettelijk’ is vanwege de aansluitplicht: netbeheerders zijn op dit moment verplicht om nieuwbouw een aansluiting te bieden op het aardgasnet.
Ondanks de directieve houding die bij nieuwbouw kan worden ingezet, is het altijd zaak om begrip te kweken onder nieuwe bewoners. Er is aandacht nodig voor draagvlak binnen de omgeving, maar met een goede spreker88Zoals wie?Vanuit Leeuwarden wordt Pieter Winsemius genoemd, die inderdaad een flinke lans breekt voor beter bestuur op duurzaamheid. die de voordelen en het comfort van aardgasvrij wonen uitlegt, zijn nieuwe bewoners om. Voor bestuurders is het belangrijk tijdens deze bijeenkomsten hun rug recht te houden bij lastige vragen. Gemeenten ervaren kwetsbaarheid, aangezien ze een boodschap verkondigen die op nationaal niveau nog niet wettelijk is verankerd. Er wordt door hen reikhalzend uitgekeken naar een nieuw regeerakkoord, waarin dit hopelijk wordt aangepast99Initiatiefwet GroenlinksLiesbeth van Tongeren van Groenlinks diende in september 2017 een initiatiefwet in die aansluiting op het aardgasnetwerk bij nieuwbouwwoningen zou moeten voorkomen. .
Voor bestaande bouw is het belangrijk om bewoners tijdig mee te nemen en een globaal begrip van de keuzemogelijkheden voor de techniek voor te leggen. Dan nog blijft het schipperen om de juiste rolneming te vinden. Een gemeente vertelt hoe ze in het proces stapten met het voornemen om over alles volledige openheid te geven. Gaanderweg beseften ze: “Als wij al wakker liggen van alle afwegingen en niet weten welke keuzes gemaakt moeten worden, moeten we het voor inwoners dan niet simpeler maken?”
“De grenzen van samenwerken komen in zicht.”
Er is een balans tussen werken met bewoners en je huiswerk op orde hebben. Deze aardgastransitie is complex: wanneer mensen meedenken begint het hen snel te duizelen. Daarnaast is het lastig om mensen mee te krijgen in een kostbare aanpassing waarin het eindresultaat (een warm huis) hetzelfde is als de initiële situatie (een warm huis). Tel daarbij op dat inwoners beperkt tijd hebben, en je merkt volgens gemeenten: “De grenzen van samenwerken komen in zicht”.
Gemeenten moeten vele stappen doorlopen met bewoners voordat de bebouwde omgeving van het aardgas af kan. Vervolgens stuiten ze daarnaast op systeemproblemen zoals de monopolieposities van energieleveranciers zoals Eneco of Nuon, waardoor er geen marktwerking plaatsvindt. Een ding is zeker: er zijn zevenmijlslaarzen nodig om de ambities van gemeenten te realiseren en zo de doelen van het klimaatakkoord uit Parijs te halen.
Optimale Openheid
Een transitie zoals die van het aardgas vereist het stellen van ambities en vervolgens een daadkrachtig handelen. Kan daadkrachtig handelen überhaupt open zijn? Gezien de verschillen in het stadium van de transitie waarin gemeenten zich bevinden, is er behoefte aan een overzicht waaruit blijkt welke opties beschikbaar zijn qua openheid, tijdens verschillende stappen in het proces. Openheid als absoluut concept kan door gemeenten als te rigide worden geïnterpreteerd, waardoor de term niet resoneert maar juist afstoot. Door openheid te koppelen aan de verschillende rollen die gemeenten kunnen nemen in verschillende aspecten van de transitie, wordt de afstemming met de fase waarin ze zich bevinden duidelijker.
Volgens een van de deelnemers gaat ‘open’ dan ook niet over altijd direct open zijn, maar over moduleren: per situatie en context kritisch de beste optie inschatten. Transitie is emergent: wat de volgende stap moet zijn wordt tijdens het proces zelf duidelijk. Het aanhouden van een strikt model of absoluut concept kan daarom verstarrend werken.
Met de ambitie om zo open mogelijk te werken, moet de context waarin een gemeente handelt bekeken worden. Bij burgers is bluffen niet gewenst, maar een zakelijke opstelling ten opzichte van projectontwikkelaars waarin wordt gezegd dat er geen nieuwe gasaansluiting komt, kan wel geoorloofd zijn. Het lastige is dat deze afweging razendsnel gemaakt moet worden en dat ambtenaren hierop voorbereid moeten zijn.
“De kelder van Economische Zaken ligt vol met brieven die geschreven zijn over wat nodig is volgens gemeenten: laten we geen brieven schrijven, maar bij elkaar aan tafel zitten.”
Naast open aanpak en contact ligt er een open verantwoordingsvraagstuk. Er is een groter, mondiaal belang dat gediend wordt met de aardgastransitie. Wie met een open vizier naar de wereld kijkt, beseft dat er een verantwoordelijkheid ligt in Nederland om vaart te zetten achter deze overgang.
Met het oog op een agenda voor de toekomst moet nader bestudeerd worden hoe openheid gemoduleerd kan worden in verschillende onderdelen van de transitie, juist om openheid te stimuleren en toegankelijk te maken. Daarnaast is er behoefte aan heldere richtlijnen en ondersteuning over welke ruimte gemeenten hebben om ‘aardgasvrij’ af te dwingen, bijvoorbeeld door te werken met de crisis en herstelwet, transitiepaden of pilotregio’s. Gemeenten vragen deze openheid aan de rijksoverheid. Hierover vervolgde een gemeente: “De kelder van Economische Zaken ligt vol met brieven die geschreven zijn over wat nodig is volgens gemeenten: laten we geen brieven schrijven, maar bij elkaar aan tafel zitten.”
Deze blog verscheen eerder op de website van Kennisland.
Lees hier ook de gastblogs van de deelnemers aan het leerprogramma.
Beeld: Dennis Jarvis
Meld bijeenkomst aan
Ook in onze agenda verschijnen?
Meld dan hier de bijeenkomst aan.