Steeds vaker stellen overheidsorganisaties Open Data beschikbaar, maar wat gebeurt er nou eigenlijk mee? En waar loop je – bijvoorbeeld als ondernemer – tegenaan als je met Open Data wilt werken? We vroegen het Paul Geurts van Kessel van Bleeve (op de foto rechts in blauwe trui). Na een studie Bedrijfskunde, besloot hij tijdens een reis door Indonesië dat hij de rest van zijn professionele carrière een positieve bijdrage wil leveren aan maatschappelijke zaken, met name duurzaamheid. Dat doet hij nu met Bleeve: een digitale marktplaats voor energieneutraal wonen en duurzaamheid rondom het huis.
Wat is Bleeve?
We helpen huiseigenaren om tijd en geld te besparen in het proces om hun huis te verduurzamen. Veel huiseigenaren willen wel verduurzamen, maar toch doen maar weinigen het omdat het regelen ervan veel gedoe is. Je moet kijken wat je opties zijn, je verdiepen in 400 merken zonnepanelen en denken aan subsidies, financiering, een energielabel update bij de overheid, inloggen met DigiD… Kortom veel gedoe! Dat moet makkelijker kunnen, dachten wij.
Op welke manier gebruiken jullie Open Data?
Het begint eigenlijk allemaal met je postcode en vervolgens halen we alle beschikbare relevante data op. Net als bij het boeken van een vliegticket, worden Open Data bronnen ‘leeg getrokken’. Bleeve doet dat onder andere bij het Kadaster, CBS, netbeheerders, en de BAG (Basisadministratie Gebouwen). Dit zijn zowel gratis Open Data bronnen als betaalde data bronnen. We laten de gebruiker zien wat we met behulp van Open Data in 10 seconden over zijn of haar huis te weten komen. Met Open Data zien we de meest relevante woningeigenschappen, zoals: hoeveel zonnepanelen passen er op het dak? Is het een monument, ja of nee? Maar ook het aantal bouwlagen, vierkante meter vloeroppervlakte, de energieverbruiksgegevens, het huidige energielabel, het gemiddelde verbruik in de buurt, noem maar op.
“We laten de gebruiker zien wat we met behulp van Open Data in 10 seconden over zijn of haar huis te weten komen.”
Op basis van onderzoek van twee hoogleraren van de universiteiten van Tilburg en Maastricht kijken we ook naar woningwaardestijging. De hoogleraren berekenen ieder kwartaal de correlatie tussen het energielabel en de woningwaarde. En die toont nu eigenlijk ieder kwartaal aan dat huizen met een hoger energielabel, ook een hogere verkoopwaarde hebben. Alle berekeningen doen we dus grotendeels met Open Data en openbaar beschikbare informatie.
Welke informatie gebruiken jullie naast Open Data?
Het beeld is na de berekeningen op basis van Open Data nog niet volledig, want we weten bijvoorbeeld niet of iemand al muurisolatie of tochtstrips heeft. Dat staat nergens geregistreerd. Daarom kun je – net als bij LinkedIn – je profiel compleet maken. Door meer informatie over je woning in te voeren wordt het advies nog accurater. De gebruiker krijgt zo een advies op maat. In een online editor ziet de huiseigenaar per maatregel wat de financiële details zijn. Het zijn maatwerkberekeningen – zonder dat er iemand bij je thuis hoeft te komen – gebaseerd op de eigenschappen van jouw huis en jouw voorkeuren. Er wordt bijvoorbeeld echt naar jouw dakoppervlak en de positie ten opzichte van de zon gekeken.
Wanneer kwam het idee: Open Data, daar kunnen we misschien wel iets mee?
Dat is ontstaan toen we van start gingen. We begonnen eigenlijk in de zakelijke markt, met energiebesparing voor grote gebouwen, zwembaden en kantoren. Daar zagen we dat we zelf de vertragende schakel waren, want we moesten steeds zelf al die gebouwen in en zelf berekeningen doen. Dat was daardoor niet schaalbaar. Toen dachten we: kunnen we die data – die we nu steeds ophalen bij gebouweigenaren – niet ergens vandaan halen. Tijdens onze zoektocht bleek dat die gegevens dus wel ergens bekend waren. We hebben toen een model gebouwd waarmee we de berekeningen op afstand konden doen. Echter, voor grote gebouwen was de tool niet accuraat genoeg. Omdat grote gebouwen, zoals kantoren en scholen, zo uniek zijn. Maatwerkadvies op afstand is dan heel moeilijk.
“Het idee om Open Data te gebruiken was: we doen eigenlijk iedere keer hetzelfde. Kan dat niet slimmer?”
Woningen zijn in vergelijking tot zakelijk vastgoed vrij ‘straightforward’. Je hebt een tussenwoning, een hoekwoning, een vrijstaand huis, een appartement en een portiekflat. Die zijn dus veel makkelijker onder te verdelen in categorieën. Zodoende zijn we dat dus voor woningen gaan doen. Maar het idee om Open Data te gebruiken was: we doen eigenlijk iedere keer hetzelfde. Kan dat niet slimmer?
Waar kwamen jullie uit toen jullie naar Open Data gingen zoeken?
Er zijn talloze plekken waar je informatie kunt zoeken. Het is wel redelijk versnipperd. Je hebt de bekende usual suspects zoals het Kadaster en het CBS. Ook op gemeente niveau zijn er vaak nog allemaal bronnen voorhanden, maar die zijn dan niet landelijk beschikbaar. Amsterdam loopt bijvoorbeeld vrij ver voorop met het delen van Open Data. Daar zien we wel gegevens over woningen die we graag op landelijk niveau zouden hebben. Maar aan de andere kant is er wel veel beschikbaar hoor.
Waar liepen jullie tegenaan toen je met Open Data aan de slag wilde?
Dat is vooral de documentatie die bij API’s (databasekoppelingen, red.) geleverd wordt. Als er iets is dat organisaties mogen veranderen is het de documentatie: gewoon goed geschreven documentatie. Ik weet dat onze ontwikkelaars echt dagen, zo niet weken, bezig zijn geweest om te achterhalen hoe het allemaal zat. Terwijl er ook documentatie is van API’s die in drie uur te implementeren is, omdat het heel helder staat opgeschreven op een paar A4-tjes. Sommige organisaties hebben echt een enorm boekwerk.
Wat zijn jullie tips voor overheden die data aanbieden?
Zorg dus voor goede documentatie! Het zijn allemaal wat IT gerelateerde zaken eigenlijk. Gewoon een goede uptime. Voorkomen dat dingen down zijn. Want als je marktpartijen wilt uitdagen om met Open Data aan de slag te gaan, moet de IT-infrastructuur op orde zijn. Als marktpartij ben je namelijk per definitie afhankelijk van die Open Data en van de overheidsorganisaties die het aanbieden. Dus je moet wel 24/7, 365 dagen per jaar, beschikbaar zijn. Niet: “Ja sorry, de server ligt er even uit.” We hebben het nog niet vaak meegemaakt, maar ik weet wel van een rekentool van de overheid op het gebied van energiebesparing, die door een ‘update’ een keer enkele maanden offline is geweest.
“Je hebt vooral een concept nodig waarbij Open Data daadwerkelijk waarde toevoegt.”
Heb je ook tips voor wie aan de slag wil met Open Data?
Gewoon doen! Zorg dat je goede ontwikkelaars hebt, maar dat is meer een randvoorwaarde. Je hebt vooral een concept nodig waarbij Open Data daadwerkelijk waarde toevoegt. Je moet goed nadenken over hoe je Open Data wilt gebruiken. En de overheid moet het gewoon aanbieden en er vertrouwen in hebben dat er voldoende slimme mensen, bedrijven of startups zijn die daar waarde uit weten te halen.
Neelie Kroes is nauw betrokken geweest bij startups en voorstander van Open Data. Zij zegt: data is het nieuwe goud, we hebben goud in handen met Open Data. Wat vind je van deze uitspraak?
Ik kan me vinden in deze uitspraak, absoluut. Zo lang er geen privacy schendingen worden gedaan. Je zult mij ook niet horen zeggen dat je gewoon maar alles ‘out in the open’ moet gooien. Je hebt als overheid ook wel de plicht om daar goed naar te kijken, maar met de Wet Bescherming Persoonsgegevens is dat in principe goed geborgd. De datatypen die je nooit open moet gooien, ja die zijn ook zo logisch. Zoals bijvoorbeeld individuele belastinggegevens. Maar verder is er zoveel dat gewoon publiek bekend is, of zou kunnen zijn en daarmee kan leiden tot slimme producten en diensten.
Is er ook nog data waarvan je denkt “als dat ooit als Open Data beschikbaar komt dan spring ik een gat in de lucht?”
Data van het KNMI op lokaal niveau. Bij het KNMI is niet alles open. Bijvoorbeeld niet wat het weer de komende vijf dagen gaat doen. En dat zouden wij juist kunnen gebruiken. Als we weten dat iemand een slecht geïsoleerd huis heeft uit 1974 én dat het hard gaat vriezen in de woonplaats van die persoon, dan kunnen we deze persoon een gericht bericht sturen. Bijvoorbeeld: “Het wordt koud in jouw gemeente. Dit zijn 3 tips om er lekker warm bij te zitten komend weekend”.
“Er is zoveel dat gewoon publiek bekend is, of zou kunnen zijn en daarmee kan leiden tot slimme producten en diensten.”
Het vermelden dat je met Open Data werkt hoef je niet perse te doen, veel bedrijven doen dat ook niet. Wat is voor jullie de reden om het wel zichtbaar te maken?
Het is ook wel gewoon mooi! Het is slimmer, je maakt het efficiënter door informatie overal vandaan te halen omdat mensen niet zelf alle gegevens bij elkaar hoeven te zoeken. Je gaat niet het wiel opnieuw uitvinden. Het wiel wordt al zo vaak opnieuw uitgevonden. Door te benadrukken dat we dingen gebruiken die er al zijn, laten we ons innovatieve karakter zien.
Er wordt door ondernemers en de startup scene ook vaak gezegd dat iets rendabels met Open Data ontwikkelen lastig is. Jullie lijken er wel in geslaagd. Wat is jullie kracht?
Open Data is een middel. Open Data is geen concept an sich. Je kunt geen Open Data gaan verkopen, dus je moet echt waarde toevoegen en als ondernemer een goed concept hebben. Dus als het lastig is om er iets mee te doen, dan zegt dat meer iets over de ideeën waarbij Open Data worden toegepast. En dan zeg ik niet dat wij zo goed zijn, want wij hebben ook nog een lange weg te gaan. We zijn nog geen success case in dat opzicht. Het gebruik van Open Data neemt in ieder geval niet de noodzaak weg om een goede ondernemer te zijn en na te denken over hoe je echt waarde toevoegt voor de klant, die bereid is om daarvoor te betalen. Als de klant daar niet toe bereid is dan heb je gewoon een slecht idee. Open Data of niet.
Fotograaf: Martins Mazonis