Guido Rijnja is coördinator algemeen communicatiebeleid bij de Rijksvoorlichtingsdienst van het ministerie van Algemene Zaken. In 2012 promoveerde hij als gedragswetenschapper op de wijze waarop ambtenaren met tegenspel omgaan. Onder de titel: ‘Genieten van weerstand’. We spreken met hem over dit onderwerp in relatie tot Open Overheid.
Wanneer viel voor jou het spreekwoordelijke kwartje voor Open Overheid?
Dat was kort geleden, eind mei, bij het afscheid van Saskia Stuiveling als president van de Algemene Rekenkamer. Zij koos Open Data als thema van haar afscheid. Eerst dacht ik: wat heeft de Algemene Rekenkamer nu met Open Data te maken? De Algemene Rekenkamer is toch die club die kijkt of de overheid zijn doelen heeft gehaald en daarbij gehandeld heeft volgens belangrijke maatstaven zoals efficiëntie en effectiviteit? Maar het werd op slag duidelijk: waarom zouden we het toezien op de overheid beperken tot achteraf analyseren en oordelen? Het gaat erom dat mensen die het aangaat tijdens de rit kunnen zien hoe het gaat. Dus niet louter ex post (achteraf) of ex ante (vooraf) helder aftekenen waar je voor staat, maar werkendeweg – ex durante – boter bij de vis leveren. De boodschap van Stuiveling was eigenlijk dat het niet zoveel zin heeft om achteraf te kijken. Dat is de teleurstelling organiseren. De overheid haalt vaak sowieso zijn doelen niet. En dat is niet zo verwonderend, want de overheid pakt iets op dat vrije krachten in de samenleving zelf niet gedaan kregen. Dan is vooral het proces relevant: hoe slaag je erin mensen en middelen te bewegen. Dus stel nu dat mensen te allen tijde via Open Data kunnen zien hoe het staat met de plannen en realisatie, dan kunnen zíj daar op doorvragen. Zo kunnen niet alleen de toezichthouders, bestuurders, parlement en de Algemene Rekenkamer tussentijds controleren of het nog wel goed gaat, maar ook inwoners en bedrijven kunnen dat doen, de zogeheten armchair auditors. Voor al deze partijen is het dus interessant en voordelig om vanuit openheid te kunnen handelen. Als we zó openheid in de overheidsprocessen inbakken, dan leidt dat uiteindelijk tot een beter presterende overheid.
Wat betekent dat inzicht voor jou?
De kracht van openheid raakt heel sterk aan iets dat ik in mijn vakgebied van de communicatie ook ervaar, namelijk dat we als overheid zeg maar van culture heel sterk intern gericht zijn en dat het loont om dat te doorbreken. Dus stoppen met binnenshuis heel hard werken aan een wet, beleid of ander product met vervolgens aan het eind van het proces de vraag bij de communicatieafdeling neerleggen: zeg Tom Poes, hoe presenteer ik dit positief/leuk/lollig/beeldend? De afgelopen jaren leerden we eerst om het proces interactief te maken, dus met andere partijen erbij, maar dan is het nog steeds een intern fabricaat met communicatie achteraf. Daarbij horen woorden als uitleggen, uitgeven – zucht, uitrollen is de ergste – en burgers dus in de rol van een consument, een afnemer… Het grote inzicht van het huidige tijdgewricht is: als je eerst je in het netwerk begeeft, dat analyseert op intenties, belangen en dieperliggende waarden creëer je een nieuwe ruimte: in plaats van beleid te communiceren, communiceert het beleid.
“Nieuwsgierigheid als belangrijkste competentie van de ambtenaar en openheid zijn voor elkaar gemaakt”
De overheid moet aansluiten op de maatschappij en niet andersom. Je kunt alleen goed aansluiten als je al met andere partijen te maken hebt. En je hebt alleen met andere partijen te maken als je al in openheid met elkaar communiceert, echte samenwerkingsverbanden hebt, dus geen inspraakavonden voor de goede sier. Het begrip overheid dekt de lading niet geheel, misschien is tussenheid wel een goed alternatief. Hoe dan ook betekent dit voor communicatiemensen dat ze honderdtachtig graden aan het draaien zijn. Dus van de roeptoeters en de ‘beleidsreparatie’ achteraf naar de toerusters van de organisatie om communicatief te sturen gedurende het gehele beleidsproces. Dat betekent ook dat op het vlak van communicatie geschoolde mensen overal collega’s in de organisatie leren om de context waarin een opgave zich voordoet te verstaan, dat wat ze voor weerstand houden te benutten en daar in alle openheid van te genieten.
“De Open Overheid die een jaar of vijf geleden nog vrij instrumenteel werd benaderd is onhoudbaar”
Wat levert openheid in jouw ogen op?
Dan krijg je veel meer beleid dat zichzelf uitlegt, bemoeienis die volgbaar is, wordt gesnapt. Want wat de overheid vanuit openheid creëert is inclusief, dus met de maatschappij tot stand gekomen in plaats van een zaak die exclusief voor binnen de overheid. Het is de samenleving zelf die voortdurend vanuit open communicatie denkt, durft en doet. Dat betekent dat die Open Overheid die een jaar of vijf geleden nog vrij instrumenteel werd benaderd niet meer houdbaar is. Het gaat om het samenspel, dus wat er met al die Open Data, Open Verantwoording allemaal gebeurt. De snelheid, de openheid en schaal die burgers wat dat betreft tot hun beschikking hebben, die is enorm toegenomen. En dat is het ritme dat ook de toon zet voor het publieke en het politieke. De communicatieve vorm van beleid maken die je nu overal ziet is dan ook geen verzinsel van bestuurders of ambtenaren, het is een cadeautje van de samenleving, dat we eindelijk, sommigen zeggen opnieuw, leren uitpakken. Communiceren betekent letterlijk ‘gemeenschappelijk maken’, het samen ergens over eens worden. Dat begint met: goed luisteren, en soms erkennen dat daar waar je aansluit, dus soms iets toevoegt aan een ander, dat het vaak heel andere dingen zijn die mensen bezighouden dan jij zelf dacht. Zo zijn heel veel mensen niet tegen overheid of belasting betalen, maar jeukt de manier waarop… Bananarama zong het al: ‘It ain’t what you do, it’s the way that you do it’.
“Een overheid die pas aan het eind van het beleidstraject aanraakbaar wordt, die ontneemt mensen de aanraakbaarheid onderweg”
Heb je hier een voorbeeld bij?
Ja, hier in Den Haag zijn dat de bomen aan de Laan van Meerdervoort. Omdat er te weinig parkeerplaatsen zijn had de gemeente aanvankelijk gedacht dat ze op een bepaald deel van de laan die bomen moest vervangen door parkeerhavens. Toen de gemeente daarin aanvankelijk heel solistisch te werk ging en plotsklaps de bomen wilde kappen, kwamen de bewoners in opstand. Het enige dat de mensen zeiden, was: wat waren we graag vooraf bij het probleem betrokken, dan hadden we samen een oplossing kunnen zoeken. Je hoefde aan niemand in de wijk uit te leggen wat het parkeerprobleem was en dat een oplossing nodig was. Het heeft een enorm pandemonium opgeleverd met serieuze escalaties en hilarische taferelen. Uiteindelijk is er een denktank met veel inwoners erin gecreëerd, en zij vonden –letterlijk en figuurlijk common ground: ruimte in de buurt waar parkeerplekken gemaakt konden worden zonder de prachtige bomen op te offeren. Probleem opgelost. Samen. Dergelijke voorbeelden zie je op alle niveaus: nationaal, provinciaal, enzovoort. Situaties waarbij het proces veel meer opengegooid had moeten worden, situaties waarbij ambtenaren hun eigen standaardreactie even uitstellen, maar op onderzoek uitgaan. Ze geven dan degenen van wie het probleem is eerst de kans om het probleem uit te stallen, te laten zien. En aan hen stellen deze ambtenaren dan hun eigen kennis , informatie en data open beschikbaar. En dan gaan ze samen aan de slag. Ik gebruik heel bewust van wie het probleem is; alles begint met het stellen van de vraag van wie een opgave is. Dan zie je niet iemand als consument, die je aftapt, maar als producent, die je op verantwoordelijkheden aanspreekt.
“De overheid moet aansluiten op de maatschappij en niet andersom”
Hoe bewust zijn beleidsambtenaren zich van de rol van openheid in hun werk?
De meest beleidsambtenaren hebben zelf niet door hoe ze met openheid omgaan. Daarmee bedoel ik: ze zijn vaak onbewust bekwaam. Ze zijn veel slagvaardiger en slimmer in het hanteren van lastige situaties en afwegingen op het gebied van openheid dan ze zelf wisten. Dat is aan de ene kant niet verrassend, omdat mensen zich volgens diverse studies van slechts 90% van het eigen handelen bewust zijn. Ik vind dit zo betekenisvol, omdat er zoveel kritiek op de overheid is – en die zal er altijd zijn, want je kunt niet kritisch genoeg zijn op iemand die met macht omgaat -, maar door die kritiek zijn heel veel ambtenaren ook ontvankelijk geraakt voor de gedachten dat ze het dús niet goed doen. Zeggen: misschien zitten we ook wel in een loserniche, misschien moet ik me ook maar koest houden. Maar juist voor Open Overheid heb je mensen nodig die initiatief nemen en die lastige situaties aangaan en daarvan genieten. Dat red je niet zonder eigenwaarde. In vele sessies over mijn proefschrift merk ik dat de trots en de passie verscholen zit. Lichten boven de korenmaat! Niemand kan zo goed puzzelen als jij!
“Voor al deze partijen is de dus interessant en voordelig om vanuit openheid te kunnen handelen”
Heb je ideeën voor Open Overheid?
Ik loop al een tijdje rond met het idee Open Huis. Je kunt de deuren van alle overheidsgebouwen een dag open zetten, maar je kunt ook zeggen, we zijn er een dag niet, we vergaderen in het park, in het winkelcentrum, roept u maar. Allemaal met een Ikeatafeltje onder de arm het land in. Dan zijn de ambtenaren ‘van’ de staat die dag ook ‘van’ de straat. Ik zie de t-shirts al voor me: ‘Wij zijn van de straat’.
“Het gaat in de kern altijd om de van-wie-vraag”
Ken je het gedicht van Lucebert ‘alles van waarde is weerloos’? Daar komt achteraan ‘wordt van aanraakbaarheid rijk’. Rijk staat helaas niet met een hoofdletter. Ik vind dat zo mooi. Dan zegt hij dus dat we in kwetsbare handel zitten als ambtenaren. Maar vooral dat jij die waarde van mensen kan helpen zien, benutten, honoreren. Als ambtenaar ben je van waarde, maar wanneer ben je écht aanraakbaar? Dat gaat in feite over openheid! Stel je open en durf Open Contact aan te gaan. Ga niet altijd meteen in de reddersrol. Organiseer het proces waarin redders kunnen opstaan. In 2010 verlaagde de gemeente Rotterdam subsidies: diergaarde Blijdorp ging van 5 miljoen naar acht ton. Ik onderzocht de case. Een verzekeraar besloot z’n laatste jaar als shirtsponsor van Feyenoord Blijdorp op de borst te dragen. Er kwam van alles los van mensen. Blijdorp was niet van de gemeente, maar van de stad. Dat had de betrokken ambtenaar door. Hij sloot erop aan, hielp de communicerende gemeenschap een handje. Natuurlijk kon niet alle teleurstelling worden weggenomen, maar wie de schoen paste, trok hem aan. Fantastisch toch als je dat soort processen kunt faciliteren? Laat de beantwoorders van de van-wie-vraag het ook organiseren. Maar ikzelf ben ook zo opgeleid dat ik meteen in de reddersrol ga met mooie speeches, enz enz. Zo wilde laatst iemand schriftelijk reageren, heel formeel en toen zei een collega: “Waarom bel je niet even?“. Daar ben ik voor: een aanraakbare overheid. En een aanraakbare overheid is een Open Overheid. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit jullie voorbeeld uit Gouda waarin staat dat een Wob-verzoek zoveel meer is dan alleen maar een inhoudelijke vraag.
“Als we openheid in de overheidsprocessen inbakken dan leidt dat uiteindelijk tot een beter presterende overheid”
Dus toen ik Saskia Stuiveling hoorde viel bij mij het spreekwoordelijke kwartje: een overheid die pas aan het eind van het beleidstraject aanraakbaar wordt, ontneemt mensen de aanraakbaarheid onderweg. Daarom moet een overheid op alle niveaus aanraakbaar zijn, van Open Data tot Open Informatie tot Open Contact.
Meer Lezen
1. Promotieonderzoek Genieten van Weerstand met een kort samenvattend filmpje en een artikel met daarin het voorbeeld van Blijdorp
2. Boek Beroep Beleidsambtenaar
3. Website De WaardeRing
4. Magazine over de ‘Comfrontatiemethode’
5. Persbericht over het afscheid van Saskia Stuiveling en de Stuiveling Open Data Award
6. Magazine Wat botst ons? Over burgemeesters en zedendelinquenten
7. Twitteraccount van een pop-up ambtenaar (Wilco Berenschot)