Als directeur van Bits of Freedom komt Hans de Zwart op voor online privacy en internetvrijheid. Hoe kijkt iemand die zich dagelijks bezighoudt met privacy aan tegen onderwerpen als transparantie en Open Data?
Wat is de missie van Bits of Freedom, voor wie dat niet weet?
Wij komen op voor de rechten van de internetter. We richten ons op digitale burgerrechten en dan met name privacy en vrijheid van meningsuiting. We willen dat die mensenrechten, die super solide zijn in de fysieke wereld, ook in de digitale wereld betekenis houden. Die missie wordt steeds belangrijker omdat steeds meer van wat we doen digitaal gemedieerd wordt door derde partijen. Tegenwoordig zit tussen bijna elke interactie die je met iemand hebt een digitaal medium of een digitale partij. Ook bij de overheid is dat tegenwoordig zo, dus wordt het des te relevanter.
Kun je daar een voorbeeld van geven?
Een mooi voorbeeld is de mobiele telefoon. Voordat de politie in jouw huis mag kijken, zijn er allerlei soorten waarborgen waaraan ze moeten voldoen. Voor mobiele telefoons zijn die veel minder streng. Terwijl je, vind ik, heel makkelijk het argument kan maken dat dit ook een stuk privé terrein is, wat dichtbij je staat. Net zoals als een huis. Hetzelfde geldt voor het briefgeheim. We hebben een briefgeheim in de fysieke wereld, maar geen briefgeheim voor e-mail.
Hoe denk je dat het komt dat die digitale vormen zo achterlopen?
Het wetgevingsproces loopt natuurlijk altijd een beetje achter bij de techno-maatschappelijke ontwikkelingen, en gelukkig maar. Wat het ook is, is dat de wereld complexer wordt. Eén van de problemen van informatietechnologie is dat het iets abstracts is. De sociale-, maatschappelijke-, en de machtsrelaties, zijn daarin niet zo transparant. Ze worden vaak verhuld achter een soort van shiny interface. Dus het is heel moeilijk om te zien wie er aan de touwtjes trekt en waar de aanknopingspunten voor regulering zijn. Daarnaast is internet een mondiaal ding en dat zorgt voor een jurisdictie probleem. Je kunt wel wetgeving bedenken in Nederland, maar misschien moeten we het op Europees niveau of wereldwijd regelen.
“De overheid wil de maatschappij heel erg in beeld hebben en wordt daarin steeds scherper. Terwijl steeds meer van wat de overheid doet, in mijn ogen steeds minder transparant wordt.”
Heel vaak wordt binnen de overheid aangegeven dat er niet veel openbaar gemaakt kan worden omdat we dan tegen allerlei privacykwesties aanlopen. Dus we doen het maar niet. Wat vind jij van dat argument?
Dat zou een reëel argument kunnen zijn. Maar meestal als het wordt gebruikt dan is het om iets anders te verhullen. Ik vind dat we steeds meer in een maatschappij leven waarin we in een soort omgekeerde wereld terecht aan het komen zijn. We leven elke dag meer in een wereld waarin we als burger 100% transparant moeten zijn, met een overheid die op elke centimeter kijkt wat we aan het doen zijn. De overheid wil de maatschappij heel erg in beeld hebben en wordt daarin steeds scherper. Terwijl steeds meer van wat de overheid doet, in mijn ogen steeds minder transparant wordt. In plaats van dat we in de situatie zijn waarbij je als burger recht hebt op privacy en je afgeschermd mag zijn van wat de overheid over jou mag weten, zijn we dat aan het omdraaien. Meer openheid van de overheid zou dat weer meer in evenwicht kunnen brengen.
Wordt het privacy argument vaak ten onrechte gebruikt?
Er is super veel overheidsdata die je zonder privacyprobleem openbaar zou kunnen maken. Ik kan me voorstellen dat je als overheid heel huiverig bent met het open maken van persoonsgegevens, maar zoveel gegevens zijn geen persoonsgegevens. Het kan een reëel probleem zijn, maar het hangt wel af van de data.
“Ik kan me voorstellen dat je als overheid heel huiverig bent met het open maken van persoonsgegevens, maar zoveel gegevens zijn geen persoonsgegevens.”
Je gaf aan dat je vindt dat de overheid heel veel van ons weet, terwijl wij minder van de overheid weten. Waarom vind je dat kwalijk?
Voor mij heeft het voor een groot deel te maken met de controleerbaarheid van het proces. Ik denk dat wij een overheid hebben die voor het grootste gedeelte te vertrouwen is. Ik ben dan ook niet per se wantrouwig richting de Nederlandse overheid, maar ik denk dat het heel belangrijk is, ook omdat het mensenwerk blijft en dat het om publiek geld gaat, dat er een controle kan zijn die extern is. Ik denk dat dat heel belangrijk is. En ik denk dat we in een tijdsgewricht zijn waar de overheid beter zou moeten uitleggen wat ze doet en waarom ze het doet, dan in het verleden. Plus ik denk dat vanuit de overheid geheimhouding vaak een reflex is. Zelfs de toezichthouder op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten heeft in zijn laatste jaarverslag aangegeven dat hij vindt dat die geheimhoudingscultuur een reflex is die eigenlijk helemaal niet behulpzaam is. Als die diensten legitimiteit willen hebben moeten ze juist uitleggen wat ze doen, op een ander niveau dan ze tot nu toe gedaan hebben.
Waarom denk je dat dat juist nu belangrijk is, of belangrijker wordt?
Ik denk dat het gedeeltelijk te maken heeft met de toename in de complexiteit van de problematiek. We hebben steeds meer afhankelijkheden ingebouwd in onze processen, in onze systemen, en dat is gedeeltelijk gefaciliteerd door technologische ontwikkelingen. Dat zorgt ervoor dat je steeds minder vaak op basis van een niet ter discussie te stellen expertise beslissingen kunt nemen. Vroeger had je experts, die deden een analyse, dan volgde nog een second opinion, en dan kon je ervan uitgaan dat die oplossing wel een soort van juiste oplossing zou zijn. Bij een heleboel van onze huidige problemen, of het nu de zorg is, maar ook ingrepen in ons technisch landschap, kan je helemaal niet tot de juiste oplossing komen door een analyse. Je moet al handelend een oplossing vinden. En als je dat aan het doen bent, dan moet je bijzonder helder uitleggen wat je doet, wat het resultaat daarvan is, wat je volgende stap zal zijn. Je moet ook helder zijn over je intentie, je moet duidelijk zijn over waar je heen gaat.
En als dat soort processen transparanter worden en meer mensen kunnen zien wat er gebeurt, wat zou dat wat jou betreft op kunnen leveren?
Hopelijk leidt het ertoe dat het makkelijker wordt om een maatschappelijke controlefunctie te hebben op de overheid. Dat een heleboel consumenten van de transparante overheid, zoals journalisten en media, scherper kunnen zien wat er gebeurt en kritisch daarop kunnen reflecteren. Hetzelfde geldt voor academici. In de IT-wereld heb je een uitspraak: “Many eyes make all bugs shallow”. Het idee dat het belangrijk is dat er heel veel mensen naar een oplossing kijken, omdat dat de kans dat er een fout overblijft veel kleiner maakt.
“Als ik voor de hele wereld moet schrijven dwing ik mezelf om net iets harder na te denken, net wat meer rekening te houden met het feit dat niet iedereen mijn achtergrond heeft.”
Waar leidt dat toe?
Ik denk dat het uiteindelijk tot beter beleid gaat leiden. De reden waarom ik een blog heb die openstaat naar de hele wereld in plaats van naar alleen mijn vrienden is, dat als ik voor de hele wereld moet schrijven ik mezelf dwing om net iets harder na te denken, net wat meer rekening te houden met het feit dat niet iedereen mijn achtergrond heeft. Er zit volgens mij een inherente waarde aan publiekelijk zijn.
Zie jij ook bedreigingen van een Open Overheid, waar moeten we wat jou betreft op bedacht zijn?
Op een bepaalde manier geeft data macht en als je data hebt dan kun je een doelwit zijn van dieven van die data of mensen of partijen die er misbruik van willen maken. Soms is de beste oplossing om data niet te hebben. En wat ik ook denk is dat we op een bepaalde manier weer in een soort van hernieuwd maakbaarheid denken terecht zijn gekomen. We geloven opeens weer in een maakbaarheid van de samenleving en dat doen we omdat we blijkbaar fundamentele tegenargumenten die we in de jaren ’70 proefondervindelijk hebben ontdekt zijn vergeten. We denken dat het nu wél gaat lukken omdat we genoeg data hebben. Dus als we maar genoeg data hebben kunnen we wél een efficiënte stroomverdeling in de stad krijgen. Dat is voor mij een valkuil. En een valkuil is dat we te makkelijk over privacybezwaren heenstappen.
Hoe kijk jij dan aan tegen Open Data?
Ik zie daar wel de kansen van. Als je systemen ontwerpt volgens het privacy by design principe, waarbij je van te voren goed hebt nagedacht over wat je verzamelt, waarom je verzamelt en wat het doel daarvan is, dan denk ik dat je veel makkelijker die data daarna kunt delen. Er is natuurlijk heel veel data in handen van de overheid die helemaal niets met persoonsgegevens te maken heeft maar die gaat over de waterhoogte in rivieren, of over windsnelheden of locaties. En er zijn gegevens die wel degelijk met mensen te maken hebben, maar die niet naar een persoon te herleiden zijn. Als je daar goed over nadenkt, en je past privacy by design toe, dan denk ik dat er heel veel kan.
“Openheid zorgt ervoor dat het makkelijker wordt voor ander partijen om waarde te genereren.”
Welke kansen zie jij voor Open Data?
Dat andere mensen er andere dingen uit kunnen halen dan jij. Wat voor andere mensen belangrijk is is niet per se is wat jij van te voren bedacht had. Er is heel veel data die niet persoonsgegevens gerelateerd is, die kan gemakkelijk gebruikt worden. Daarnaast is er veel data over wat overheden zelf doen. Ik vind Openspending een heel mooi voorbeeld. Het kan ook een feedbackmechanisme zijn. Ik heb een aantal maanden met zo’n Fitbit rondgelopen, een apparaatje dat registreert hoeveel je op een dag beweegt. Ik kreeg daardoor directe feedback over hoe actief mijn dag was, en kon dat op een gekwantificeerde manier vergelijken met andere mensen. Wat ik me niet eerder had bedacht maar door de Fitbit leerde, is dat het echt funest was als ik een dag thuis werkte. Het enige wat je doet is van de tafel naar de koelkast lopen. Ik kan me voorstellen dat als je naar zo’n Openspending project kijkt, dat dat hetzelfde soort effect heeft. Het levert nieuwe inzichten op, en die leiden tot gedragsverandering op een positieve manier. Plus, en dat is ook belangrijk, er is een economisch argument. Openheid zorgt ervoor dat het makkelijker wordt voor ander partijen om waarde te genereren. Geslotenheid kun je in dat opzicht zien als economische barrière om te innoveren.
Welke kansen zie jij met betrekking tot Open Overheid?
Wat beter kan, is dat je nu nergens kunt zien wat er ge-Wobt is. Er is geen centraal overzicht, dat leidt denk ik tot heel veel inefficiëntie. Elke overheidsinstelling kan op zijn eigen manier die gegevens vrijgeven en beschikbaar maken, dus er is geen gestandaardiseerde manier om dat te doen. Als je dat wel zou hebben, is er al veel meer vindbaar en doorzoekbaar. Er zijn wel initiatieven om alle ge-Wobte documenten te publiceren. Maar waarom doet de overheid dat niet zelf? En het is natuurlijk nog mooier als je het open by design principe toepast, waarbij wat open kan zijn ook echt meteen en altijd open is. Dan hoeven we geen informatie meer op te vragen, omdat we het al kunnen inzien. Actieve openbaarheid en processen daarvoor ontwerpen vragen de nodige investeringen, maar ik kan me niet voorstellen dat we uiteindelijk ergens anders uitkomen.
“Hopelijk komt beleid tot stand door een zorgvuldig proces en heeft dat baat bij openheid, omdat het goed georganiseerd is en juist omdat er geen persoonlijke identiteit mee vermengd is.”
Kun je een voorspelling doen over het belang van privacy en internetvrijheid over 20 jaar?
Privacy gaat eigenlijk over vrijheid en dat vinden we over 20 jaar net zo belangrijk als nu. Het gaat om de vrijheid om te kunnen denken wat je wilt. Om gedachtenexperimenten te doen en om op een prettige manier te ideeën te verkennen met mensen die dichtbij je staan, zonder dat je daarmee permanent in de schijnwerpers staat. Privacy gaat helemaal niet over de bekende Nederlander die met zijn handen voor de camera op Ibiza staat, daar gaat het niet over. Het gaat over je gedachten kunnen ontwikkelen op een vrije manier. Omdat permanent bekeken worden beperkend werkt voor je gedachtenvorming. Wat ik wel denk is dat de centralisering van technologie die we nu zien niet helpt bij dit probleem. Dus de strijd om privacy wordt steeds relevanter en urgenter, maar de behoefte aan privacy zal niet veranderen.
Je geeft aan dat het beperkend kan werken voor de gedachtenvorming als je constant bekeken wordt. Zou het voor de overheid ook zo kunnen werken? Zijn er grenzen aan die openheid?
Er zijn zeker grenzen aan openheid. Er zijn bepaalde zaken, bepaald beleid, dat echt heel moeilijk in de openheid te maken is. Maar dat is echt heel weinig, dat zijn echt uitzonderingen. En wat belangrijker is: de overheid is geen privépersoon. In die zin kun je de vergelijking niet maken. Hopelijk komt beleid tot stand door een zorgvuldig proces en heeft dat baat bij openheid, omdat het goed georganiseerd is en juist omdat er geen persoonlijke identiteit mee vermengd is. En dat geldt voor mij als individu per definitie natuurlijk niet.
Foto © Maarten Tromp