Het Leer- en Expertisepunt Open Overheid (LEOO) werkt al een tijd samen met Kennisland. Vorig jaar organiseerden we samen het Gemeentelijk Leernetwerk Open Data en momenteel werken we samen aan ‘Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken‘. De hoogste tijd dus voor een interview! Waarom is openheid belangrijk voor Kennisland? En wat doen ze zelf aan openheid?
Hoe kijkt Kennisland tegen openheid aan?
Thijs: Openheid is verbonden met onze geschiedenis. Kennisland begon als een lobbyorganisatie met ideeën over hoe Nederland er eigenlijk uit hoort te zien: Kennisland als een tegenbeweging tegen ‘Nederland distributieland’. Tegenwoordig hebben we nog steeds als missie om Nederland een slimmer land te maken, maar we richten ons steeds meer op de vraag: hoe betrek je mensen en hoe gebruik je de capaciteit van mensen? Vooral van mensen die normaal gesproken niet in processen worden meegenomen.
Bijvoorbeeld bij vraagstukken over ouder worden en zorg. We proberen de kennis en ervaring te gebruiken van mensen die te maken krijgen met bepaalde problemen. Om dat te doen moet je jouw eigen opvatting over wat kennis is ‘open maken’ en nadenken over hoe je mensen betrekt. Openheid speelt daarbij dus een belangrijke rol.
Hoe raken de projecten van Kennisland aan openheid en Open Overheid?
Tessa: Eén van de projecten waar ik nu mee bezig ben is Amsterdammers, Maak je Stad! We werken samen met de gemeente Amsterdam, Amsterdam Economic Board, Pakhuis de Zwijger, Waag Society, Amsterdam Smart City en Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS) om de samenwerking met ‘stadmakers’ te verbeteren. We hebben een uitvraag gedaan voor de beste initiatieven op het gebied van de talentvolle en gezonde stad. Nu zijn we bezig om hen te helpen hun initiatief te versterken.
“Het is een uitdaging om mensen die de Open Aanpak onderschrijven te vinden.”
We proberen ook te kijken naar hoe de gemeente Amsterdam, de Amsterdam Economic Board en kennisinstellingen kunnen veranderen om beter samen te werken en open te staan voor ‘stadmakers’. Je komt soms wel grote cultuurverschillen tegen waarbij het soms gaat over OSM (ons soort mensen) en DSM (dat soort mensen). Het is een gemiste kans om er zo naar te kijken; als stad hebben we ‘stadmakers’ hard nodig om alle actuele vraagstukken op te pakken.
Maken jullie bij ‘Amsterdammers, Maak je stad!’ gebruik van Open Overheid principes?
Tessa: We zijn nu met de gemeente Amsterdam bezig om matches te maken. We zoeken pionnetjes binnen de gemeente die als een soort ambassadeurs opstaan voor innovatie en samenwerking. Het is een uitdaging om mensen die de Open Aanpak onderschrijven te vinden en om zo die aanpak vanuit de organisatie zelf verder uit te bouwen.
Waar lopen jullie tegenaan als het gaat om openheid bij de overheid?
Thijs: Waar ik vaak tegenaan loop is dat veranderingen – zoals de decentralisatie van de zorg en het sociaal domein – enorm beslag leggen op een organisatie. Gemeenten hebben het gevoel dat ze overlopen in het werk en dat ze steeds opnieuw aan het uitvinden zijn. Ik denk dat het slimmer en anders kan.
Bijvoorbeeld met een Open Aanpak: bedenk vijf of zes jaar van tevoren wat zo’n transitie betekent. Al experimenterende met die transitie kun je zo oefenen met de toekomst. Met hoe zo’n toekomst en samenleving eruit zou moeten zien. Dat kan in iedere gemeente anders zijn.
Jullie zijn recentelijk gestart met het leerprogramma Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken. Hoe gaat het daarmee? En met de Open Overheidsprincipes die hierbij worden toegepast?
Thijs: We gebruiken die principes vrij expliciet bij dit project. Het is een leuke en spannende manier om een transitie te bekijken en vorm te geven. Dit project – de Green Deal en de transitie naar een aardgasloze toekomst – is voor Kennisland een heel nieuw domein. Het is één van de actuele thema’s die we belangrijk vinden. Als Kennisland kun je je natuurlijk niet overal mee bemoeien, maar hierin zagen we wel een kans. Vooral om te onderzoeken of zo’n thema, toch vrij technisch, op een sociale manier aan te pakken is. Het is namelijk echt een sociaal project, waarbij je al snel met mensen en met belangen van mensen te maken krijgt.
Wat wij interessant vinden aan het project, is dat de Open Overheidsprincipes kunnen helpen om een transitie als een sociaal fenomeen te kaderen. Als overheid kun je je op verschillende manieren opstellen ten opzichte van burgers, kennisinstellingen en in dit geval de energiebedrijven. Het onderzoeken van die rol is heel interessant.
“De Open Overheidsprincipes kunnen helpen om een transitie als een sociaal fenomeen te kaderen.”
Tegelijkertijd is dit nog maar een klein beginnetje. We doen dit nu met vijf gemeenten en een aantal wijken in die gemeenten. Het wordt een uitdaging om het proces op te schalen naar een grotere groep gemeenten. De vraag is: hoe maak je het werken aan transities met Open Overheid principes aantrekkelijker? Dat is nog wel een opgave.
Gelukkig is er in Nederland al een beweging van openheid, want anders was het helemaal moeilijk geweest. Wie zijn wij als Kennisland om gemeenten iets over Open Overheid te vertellen? Het is fijn dat er een Leer- en Expertisepunt Open Overheid is waar kennis en informatie te halen valt. Je hebt toch een soort legitimiteit nodig om dit te kunnen doen.
Hoe was de eerste bijeenkomst van het leerprogramma Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken?
Thijs: De eerste bijeenkomst is inderdaad achter de rug en in september komt er een tweede bijeenkomst. Leuk is dat er toch een soort kwetsbaarheid is. De gemeenten durven open op tafel te leggen waar ze staan en waar ze mee worstelen. Het gaat dus niet om “nou we hebben het allemaal wel onder controle.” Het gaat juist om het stellen van de juiste vragen en elkaar gebruiken als netwerk om die vraag op te lossen.
Tessa: In de bijeenkomst kwam naar voren dat Open Overheid ook betekent dat je als overheid toegeeft de waarheid niet in pacht te hebben. Je kunt als overheid ook niet alles weten. Ik denk dat er in de toekomst steeds meer vraagstukken zijn waarbij het lastig is om een compleet overzicht te hebben van alle informatie die er is. Ook bij deze transitie zeggen gemeenten dat ze eerst alle informatie willen hebben voordat ze gaan communiceren. Maar alle informatie boven tafel krijgen lukt niet omdat het gewoon te complex is.
Wil je meer weten over het leerprogramma Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken? Lees dan de blogs van de gemeenten waarin zij open bijhouden waar ze mee worstelen en bekijk de reader van het leerprogramma.
Vorig jaar organiseerden we samen het Gemeentelijk Leernetwerk Open Data, wat viel jullie daar op?
Tessa: Daar was het zichtbaar dat er soms een spanning is tussen wat er vanuit Rijksoverheid wordt verwacht en hoe het er bij gemeenten aan toe gaat. Bijvoorbeeld hoeveel capaciteit er beschikbaar is. Het is nogal een verschil of je met Amsterdam en Eindhoven spreekt of met Lansingerland, waar één iemand zijn best doet om Open Data op de agenda te zetten. Het leernetwerk bleek een erg goed middel om mensen bij elkaar te krijgen, kennis te laten uitwisselen en ervaringen te delen. Dat (en meer) is ook terug te lezen in de verschillende berichten over het leernetwerk.
“Het is effectiever is om vanuit een maatschappelijk vraagstuk te werken.”
Wat is de belangrijkste les uit dit leernetwerk?
Tessa: De uitkomst van het Open Data Leernetwerk was dat het goed is om data te openen, maar dat het effectiever is om vanuit een maatschappelijk vraagstuk te werken. En te kijken welke datasets relevant kunnen zijn voor bepaalde vraagstukken. Om die reden hebben we als vervolg het leerprogramma ‘Open Overheid in de Praktijk – Aardgasvrije wijken’ opgezet.
Thijs: Dat leerprogramma is echt meer vanuit de maatschappelijke vraag geïnitieerd en de Open Overheid principes helpen ons op weg. Het is heel verleidelijk om naar oplossingen en uitkomsten te kijken; dan vergeten mensen vaak dat het in iedere context weer anders is. Wat in de ene gemeente werkt, hoeft in de andere gemeente niet te werken. De Open Overheid principes gidsen je in dit geval om met de materie aan de slag te gaan.
Dan even terug naar Kennisland als organisatie. Wat doen jullie zelf aan openheid?
Tessa: Daar hebben we zelf ook vaak gesprekken over. Hoe blijf je proactief verantwoording afleggen en effectief kennis delen als non-profit denktank? We zijn bijvoorbeeld vorig jaar begonnen met een oplegger op ons jaarverslag om inzicht te geven in diversiteit en genderbalans. Dat is iets waar we kritisch naar kijken. Hoe inclusief zijn we zelf?
Thijs: Verder zijn we ook gewoon een organisatie die daar dagelijks mee worstelt. Want hoe makkelijk is het niet om je in je eigen projecten te verliezen en te vergeten dat je erover moet communiceren. Het effect is natuurlijk veel groter als je meer mensen aan boord hebt en als meer mensen weten wat je doet. Dat zie ik ook wel als een transparantieding. Als je laat zien wat je doet en je maakt op een aantrekkelijke manier zichtbaar wat je activiteiten zijn, dan is de kans dat mensen met je mee willen doen veel groter.
“Hoe makkelijk is het niet om je in je eigen projecten te verliezen en te vergeten dat je erover moet communiceren.”
Tessa: Ik denk dat de verhuizing naar Spring House ook een goede stap is geweest. Spring House is echt ingericht op interactie. We zaten eerst op de Keizersgracht, maar hier zijn we continue in gesprek zijn met mensen die ook met maatschappelijke vraagstukken bezig zijn. Zo hebben we beter zicht op wat er allemaal in Nederland gebeurt en hoe we ons tot andere initiatieven verhouden.
Thijs: Alles is hier open. Op de begane grond is een café en restaurant, dus ook als je van buiten komt kun je gewoon binnenlopen. De plek heeft een enorme aantrekkingskracht. Tegelijkertijd blijft het natuurlijk zo dat het toch niet voor iedereen is, dat voelt iedereen. Ik zou graag willen dat het voor nog meer mensen ook open voelt. We doen daarnaast ons best zoveel mogelijk uitingen en creaties open te delen, door van Creative Commons-licenties gebruik te maken.
In een blog op jullie website over het huidige Actieplan Open Overheid zegt Thijs “dat er voor een tamelijke veilige route is gekozen”. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) start binnenkort met de voorbereidingen van het nieuwe Actieplan: wat is jullie advies voor deze voorbereidingen?
Thijs: Het Actieplan is iets waar je mensen in mee wilt nemen. Om mensen mee te nemen zou ik er voorstander van zijn als dingen wat radicaler of extremer werden neergezet. Ik denk dat als je een ambitie extremer en verderop neerlegt, dat de kans dan groter is dat mensen meer die richting opschuiven. De ambities waren nu te voorzichtig en niet echt een missie. Een ambitie is iets wat je kunt vastpakken en doen, maar een missie is het ultieme doel en dat las ik er niet echt in. Open Overheid is een middel om iets anders te bereiken, maar wat is dat andere dan?
“Stuur aan op meer missiegedreven actiepunten in het Actieplan Open Overheid.”
Mijn advies zou zijn: stuur aan op meer missiegedreven actiepunten in het Actieplan Open Overheid. Open Overheid is niet echt een doel, het is een middel om ergens te komen. Dat kan iets over 20 jaar zijn of iets dat in beweging is, maar het kan wel iets zijn waar mensen zich aan kunnen vastklampen.
Tot slot, hebben jullie nog iets wat je van het hart moet?
Tessa: Ik hoop dat Open Overheid een belangrijk thema wordt voor het nieuwe kabinet en dat het Leer- en Expertisepunt Open Overheid zijn werk kan blijven voortzetten.
Thijs: En dat er weer wat meer naar buiten wordt gekeken. Ik vond BZK echt een voorbeeld van een ministerie dat veel naar buiten ging. De laatste jaren zie ik toch een trend van naar binnen keren. Ik denk dat het LEOO zich hard moet blijven maken voor die blik naar buiten. Wij houden heel graag het partnerschap en de sfeer van samenwerken in stand. Belangrijk daarvoor is dat de lijnen kort blijven. Samen komen we zo verder!