Van 2018 tot en met 2020 wordt het derde Actieplan Open Overheid uitgevoerd. In het nieuwe Actieplan, dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert, tref je een verscheidenheid aan onderwerpen en actiehouders. Wij spraken alle actiehouders om een beeld te krijgen van de actiehouders en hun actiepunten: wie zijn ze en wat willen ze bereiken?
Het zesde interview uit onze interviewreeks gaat over het actiepunt Extractive Industries Transparency Initiative (EITI). Hierover spraken we met actiehouder Martijn Reubzaet van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vertel, wat houden jouw werkzaamheden en het EITI project precies in?
Het grootste deel van mijn tijd ben ik bezig met het thema circulaire economie in relatie tot ontwikkelingssamenwerking. Het idee van een circulaire economie is dat zo min mogelijk grondstoffen worden gebruikt, dat die grondstoffen zoveel mogelijk worden hergebruikt en dat de belasting op het milieu minimaal is door ‘het sluiten van kringlopen’. Daarnaast houd ik me bezig met grondstoffen. En daar valt de transparantiestandaard EITI onder.
Het EITI staat voor Extractive Industries Transparency Initiative. Dit is een wereldwijde vrijwillige standaard voor transparant beheer van olie, gas en minerale delfstoffen in de gehele keten. Dus van winning tot baten voor de samenleving. Op dit moment zijn 52 landen aangesloten bij deze standaard, waaronder Nederland. Sinds de oprichting van EITI in 2003, zorgde EITI voor openheid over 2,5 biljoen dollar.
Hoe gaat dat implementeren van het EITI precies in zijn werk?
Als je de EITI-standaard op nationaal niveau implementeert, dan moet jouw kandidatuur voor het EITI lidmaatschap eerst goedgekeurd worden door het internationale secretariaat. Dat gebeurde voor Nederland in juni 2018. Voor de verdere implementatie zijn nu twee dingen van belang. Allereerst heeft Nederland zich gecommitteerd om jaarlijks een rapport op te leveren. Daarmee is Nederland transparant en laten we zien hoe de geldstromen lopen tussen de delfstoffenindustrie en de overheid. Ook zijn we in het rapport transparant over het proces van delfstoffenwinning. Het is de bedoeling dat we ons eerste rapport eind 2019 opleveren.
Een andere eis is dat je ook op nationaal niveau een EITI-organisatie in de vorm van een multi-stakeholdergroep in het leven roept. In die organisatie zitten afgevaardigden van de Rijksoverheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Publicaties van de nationale multi-stakeholdergroep, waaronder verslagen van vergaderingen, worden gepubliceerd op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De multi-stakeholdergroep is verantwoordelijk voor de implementatie van de EITI-standaard in Nederland. En de RVO voert het secretariaat hiervan.
“Ik geloof zelf dat veel dingen beter worden als je transparant bent.”
Waarom is het EITI belangrijk?
Ik geloof zelf dat veel dingen beter worden als je transparant bent. Een groot voordeel is dat de rapportageverplichting van het EITI ervoor zorgt dat alle relevante informatie goed vindbaar is, inclusief een toelichting op de cijfers. Dat komt de transparantie ten goede. En deze transparantie stelt maatschappelijke organisaties en inwoners in staat om bedrijven en overheden aan te spreken. Doordat deze informatie beschikbaar is, komen zij goed beslagen ten ijs. Zo zorgt transparantie ervoor dat discussies beter worden. En betere discussies leiden idealiter tot beter beleid en groter draagvlak.
Dat werkt zeker ook zo bij het EITI. Je kunt veel betere discussies voeren op het moment dat heel duidelijk is wat de overheid precies verdient met het winnen van de grondstoffen en hoe het proces van delfstoffenwinning precies werkt. Zo gaf één van de EITI-landen expliciet aan dat zij dankzij het EITI meer zicht op de illegale export van goud heeft gekregen. Ook zijn er landen die hun geld anders gingen besteden door de discussies die dankzij het EITI op gang kwamen. In veel landen zijn corruptie tegengaan en goed bestuur bevorderen doelen waar het EITI aan bijdraagt. Ook al zijn de landen waar het echt nodig is helaas nog niet altijd lid.
Waarom besloten jullie om met het EITI mee te doen aan het Actieplan Open Overheid?
Het EITI gaat echt over transparantie. Dat sluit dus goed aan bij het Actieplan Open Overheid. Het EITI gaat verder dan alleen transparantie bij de overheid omdat ook het bedrijfsleven betrokken is. Wij merken dat we dankzij het EITI nog meer aan transparantie werken. Er was altijd al informatie te vinden over de delfstoffenindustrie, maar nu zal die informatie nog vollediger en beter vindbaar zijn. Het staat straks allemaal bij elkaar.
Wat mij betreft zou iedereen ook alles ook mogen Wob-en. Het nadeel van Wob-en is echter dat het ook veel tijd van ambtenaren vraagt. Tijd die ook aan andere zaken had kunnen worden besteed. Doordat we dankzij de EITI-standaard transparanter zijn ‘aan de voorkant’, is er minder reden voor een Wob-verzoek. Daarnaast wekt Wob-en toch ook een soort achterdocht in de hand met de zwartgelakte stukken waardoor je de tekst niet goed kunt lezen. Wat mij betreft: hoe transparanter je bent, hoe beter!
“Met de juiste informatie is het vervolgens veel makkelijker om de overheid aan te spreken op hoe het geld is uitgegeven.”
Wat betekent een Open Overheid voor jou?
Een Open Overheid is voor mij een overheid die inwoners op een goede manier informeert over wat de overheid doet. En dat is wat het EITI echt nastreeft: feitelijke, geverifieerde en makkelijk vindbare informatie verstrekken. Met de juiste informatie is het vervolgens veel makkelijker om de overheid aan te spreken op hoe het geld is uitgegeven.
Wat zijn jullie grootste uitdagingen op dit moment?
De grootste uitdaging op dit moment is de publicatie van ons eerste jaarrapport. Dat betekent dat allerlei zaken voor het eerst gebeuren. Er zijn veel partijen bij betrokken, dus dat is best een uitdaging. Ik denk dat het gewoon alle hens aan dek is om dat klaar te spelen. Zowel qua inhoud als tijd. Het verkrijgen van de informatie is daarbij zeker geen probleem. Iedereen werkt mee en er is al heel veel data beschikbaar. Het gros van de data is al vindbaar via nlog.nl. Het is nu vooral aan ons om het begeleidende verhaal goed op papier te zetten en de ontbrekende data boven water te krijgen.
Daarnaast moet iedereen het ook oké vinden dat bepaalde zaken gepubliceerd worden. Hoe de presentatie van het rapport er precies uit gaat zien is op dit moment nog niet helemaal duidelijk. Dus ook niet of de informatie als open data beschikbaar zal zijn. Ik kan me daar wel van alles bij voorstellen, maar we zijn nu nog niet in het ‘dataset-stadium’ van het rapport. Alles staat nog in het teken van wat doen we eerst? En wat is haalbaar?
“We willen bijdragen aan een goed geïnformeerd debat over de waardeketen van de delfstoffenindustrie in Nederland.”
Welke resultaten hopen jullie met het EITI te bereiken?
Onze doelstelling is het beschikbaar stellen van feitelijke, begrijpelijke, geverifieerde en eenvoudig beschikbare informatie over de financiële stromen tussen de delfstoffenindustrie en de overheid. Op die manier willen we bijdragen aan een goed geïnformeerd debat over de waardeketen van de delfstoffenindustrie in Nederland.
Wat willen jullie zelf leren in het kader van Open Overheid?
Om heel eerlijk te zijn, doen we in de eerste plaats vooral mee om de EITI-transparantiestandaard meer zichtbaarheid te geven: we willen namelijk graag dat zoveel mogelijk mensen het rapport gaan lezen en daar een mening over vormen. Hoe meer exposure, hoe meer kans op vragen. Dat draagt hopelijk bij aan een goed geïnformeerde discussie over het Nederlandse delfstoffenbeleid. Daarnaast willen we natuurlijk ook leren hoe we het volgende jaarrapport nog beter kunnen maken.
Foto: Bart Versteeg
Verder lezen:
Bekijk het Actieplan Open Overheid 2018-2020
Bezoek de Nederlandse EITI-pagina
We publiceerden eerder al 5 interviews met andere actiehouders. Lees ook de interviews met:
– Guido Rijnja, over Dilemmalogica
– Eveline Stapel-van Dijck, over Open Wob
– Guido Enthoven, over Open by Design
– Jos de Groot, over Open Parlement
– Koos Steenbergen, over Lokale Digitale Democratie