De paradox van openheid Drie over democratie (deel 9)
De paradox van openheid Drie over democratie (deel 9)
De paradox van openheid staat centraal in deze negende blog van de tiendelige serie over Open Overheid en democratie. Aan het woord komen Merel Heijke, Martijn Kool en Hans Alberse. Merel is consultant inzicht en sturingsadvies bij KING, Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten en sterk betrokken bij Democratic Challenge. Martijn is directeur van het Centrum voor Budgetmonitoring en Burgerparticipatie en oud-partijvoorzitter van een lokale afdeling van een politieke partij. Hans is oud-raadslid, oud-wethouder in de gemeente Rheden en oud-burgemeester binnen de gemeente Lingewaal en Oude-IJsselstreek; ooit begonnen als vrijwilliger in een wijkcentrum en sinds vorig jaar als zelfstandige werkzaam als adviseur Vernieuwing Democratie.
Van links naar rechts: Merel Heijke, Martijn Kool, Hans Alberse
Iedere blog uit deze serie start met een citaat uit een eerder gehouden interview over Open Overheid. Dit keer is dat een citaat van Valerie Frissen, directeur van het SIDN fonds en hoogleraar ICT en sociale verandering: “Openheid is van belang voor vertrouwen tussen burgers en overheid: één van de fundamenten van onze maatschappij. Zoals in iedere relatie, is het zo dat hoe minder je verborgen houdt, hoe minder redenen er zijn om elkaar te wantrouwen. Daarom is openheid ook in een democratie een cruciale randvoorwaarde. Ik zie daar wel een paradox, want er is een spanning tussen openheid als democratische kernwaarde en het op controle en beheersing georiënteerde politiek bestuurlijke systeem waar de overheid onderdeel van is. Zo wil en moet het politiek bestuurlijke systeem willekeur en fraude bij de uitvoering tegen gaan. Bijvoorbeeld bij de verstrekking van de Persoonsgebonden Budgetten (PGB). Maar – gevoed door de onbegrensde mogelijkheden van ICT – leidt angst voor fraude dan vaak tot overmatige en disproportionele informatiehonger, gegevensvergelijkingen en toezicht. Ik vind het begrijpelijk dat burgers de openheid die op deze wijze wordt afgedwongen ten behoeve van willekeur en fraudebestrijding juist als wantrouwen ervaren.”
Hoe zouden we de paradox kunnen opheffen, Hans, Merel en Martijn?
Hans Alberse: Benoem de paradox en spreek uit wat je doet. Dus als je het vertrouwen geeft: zeg het, straal het uit en meen het. Of als je in de controlekramp schiet, zeg dat dan ook eerlijk. Helaas kun je de paradox niet helemaal opheffen.
“De kosten van controle moet je in de vergelijking ook meenemen” – Merel Heijke
Merel Heijke: Volgens mij is – op een paar mensen na – iedereen in Nederland het er wel over eens dat fraude met PGB-budgetten niet goed is. Om hoeveel fraude gaat het dan hier? Als het maar om enkele procenten gaat, dan zou ik niet zo sterk op controle inzetten. Als het om grote aantallen gaat, dan loont dit volgens mij wel. De kosten van controle moet je in de vergelijking ook meenemen. Maar ja: hoeveel fraude er is weet je natuurlijk niet precies. Dus is het altijd ook een kwestie van persoonlijke inschatting.
“Politici moeten leren om bij incidenten niets te doen” – Martijn Kool
Martijn Kool: Ik weet het niet. Je ontkomt niet aan openheid en controle, behalve als je voor instrumenten kiest zoals een basisinkomen. Dan zou het wellicht gedeeltelijk wel kunnen op dat specifieke punt. Maar ook dan zullen er controles nodig zijn, daar ontkom je niet aan. Wél kun je als overheid transparant zijn over welke gegevens je dan voor die controles gebruikt. En gewoonweg accepteren dat er altijd een klein deel fraude zal zijn. Politici moeten leren om bij incidenten op hun handen te zitten. Om niets te doen. En goed te leren van wat er is misgegaan, in plaats van meteen schijnbaar daadkrachtige maatregelen te nemen. En over die informatiehonger: stop met uitvragen van die informatie als je er toch niets mee doet!
Tot slot nog een reactie van degene met wiens citaat we deze blog startten: Valerie, wat vind je van bovenstaande reacties op jouw citaat?
In alle drie de reacties zie ik terug dat ‘openheid als default optie’ een stap in de goede richting zou kunnen zijn en dat uitgangspunt deel ik. Het betekent dat openheid het kernprincipe van de interactie van de overheid met de burger moet zijn. Dat sluit controle zeker niet uit: juist de overheid kan zich niet onttrekken aan het zonder onderscheid des persoons – zonder willekeur – uitoefenen van haar taak. En dat vereist tot op zekere hoogte strenge en rechtvaardige controle. Maar controle die onzichtbaar is en daardoor veelal ook oncontroleerbaar, verzwakt de positie van de overheid juist omdat die het vertrouwen van burgers ondermijnt. In het datatijdperk is de verleiding van het toepassen van sleepnetmethodes bij het verzamelen van data over burgers groot en daarmee wordt vaak een fundamentele grens overschreden. Zolang transparantie de default optie is en je altijd inzicht geeft in hoe en waarom je burgers controleert en waartoe je data van burgers verzamelt, blijf je als overheid investeren in een vertrouwensrelatie.
Agenda
-
Webinars Direct Duidelijk Tour
21 januari - 18 maart -
Gebruiker Centraal winter pubquiz
2 februari | 19:00 - 21:00 -
EU Open Source Policy Summit
5 februari | 14:00 - 18:00 -
Festival van het Bestuur
11 februari -
Lancering Actieplan Open Overheid 2020-2022
16 februari | 10:00 - 11:30
Meld bijeenkomst aan
Ook in onze agenda verschijnen?
Meld dan hier de bijeenkomst aan.