Zonder overheid? 3 over democratie (deel 6)
Kan het ook zonder overheid? Deze vraag vormt het centrale thema in deze zesde blog van een tiendelige serie over Open Overheid en democratie. Aan het woord komen Merel Heijke, Martijn Kool en Hans Alberse. Merel is consultant inzicht en sturingsadvies bij KING, Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten en sterk betrokken bij Democratic Challenge. Martijn is directeur van het Centrum voor Budgetmonitoring en Burgerparticipatie en oud-partijvoorzitter van een lokale afdeling van een politieke partij). Hans is oud-raadslid, oud-wethouder in de gemeente Rheden en oud-burgemeester binnen de gemeente Lingewaal en Oude-IJsselstreek; ooit begonnen als vrijwilliger in een wijkcentrum en sinds vorig jaar als zelfstandige werkzaam als adviseur Vernieuwing Democratie.
Van links naar rechts: Merel Heijke, Martijn Kool, Hans Alberse
Iedere blog in deze serie start met een citaat uit een eerder gehouden interview over Open Overheid. Dit keer is dat een citaat van Hanneke Snippen-Dullemond: “Een van de belangrijke worstelingen die ik zie, zowel in Nederland als in andere landen, is de mate waarin het de mensen die werken bij de overheid lukt de verbinding te leggen met de inwoners van het land. Daarmee bedoel ik niet alleen dat overheidsmedewerkers, bestuurders en politici luisteren naar mensen, gelegenheid bieden tot inspraak of consulteren over nieuw beleid en nieuwe wetgeving. Ik bedoel meer nog: samen tot betere oplossingen komen voor maatschappelijke problemen, of mensen de ruimte geven zónder de overheid tot betere oplossingen en nieuwe initiatieven te komen. Dan heb ik het dus over een echt Open Aanpak van de overheid. Op lokaal niveau zie je dat al veel meer gebeuren, maar bij de rijksoverheid zie ik nog wel ruimte voor verbetering. Ik ben benieuwd of anderen dat beeld herkennen.”
Merel en Martijn, herkennen jullie dit beeld en hoe kunnen we in de democratie prikkels inbouwen die zorgen dat mensen ruimte krijgen om zónder de overheid tot betere oplossingen en nieuwe initiatieven te komen?
Martijn Kool: Lokaal gebeurt het al wel, dus waarom zou het op Rijksniveau of op Europees niveau niet kunnen? De bal ligt volgens mij bij de politici: die moeten mensen meer ruimte geven; burgers, inwoners hoe je ze ook noemt, zelf meer besluiten laten nemen. En dan geen ja/nee of voor/tegen besluiten, maar écht een gesprek op meerdere momenten in het besluitvormingsproces. Dus nu bijvoorbeeld hier in de Indische Buurt is de vraag hoe we asielzoekers gaan opvangen; die vraag leeft bij iedereen: politici en inwoners. Dan kun je toch ook een gesprek organiseren waar mensen met elkaar in gesprek gaan? En dan als politiek aangeven dat je zeer welwillend tegenover de uitkomsten staat? Ik ben er van overtuigd dat dit in alle redelijkheid kan als mensen daadwerkelijk voelen dat ze zelf aan zet zijn in plaats van dat ze moeten opboksen tegen politici.
“Politici moeten mensen meer ruimte geven; burgers, inwoners hoe je ze ook noemt, zelf meer besluiten laten nemen.” – Martijn Kool
Merel Heijke: Ik herken het beeld niet direct. Wat mij triggert is de formulering ‘de ruimte geven om’. Die woorden suggereren dat de overheid er is om mensen ruimte te geven. Die ruimte is er al! Als voorbeeld bij deze vraag denk ik aan boeren die willen meebouwen en meebeheren van een ecologische zone, want die grenst toch al aan hun land. Zij kunnen die zone dan goed in de gaten houden. Lijkt mij prima, maar anderen zeggen dan dit niet eerlijk is omdat die boeren een extra stukje land nemen. In dit geval is de kern volgens mij dat er dialoog over doelen en belangen nodig is in plaats van ‘een stukje ruimte geven aan’.
“Die ruimte is er al!”- Merel Heijke
Dan is het toch juist handig als er een ‘regelvrije zone’ komt, Merel?
Merel Heijke: Met een begrip zoals ‘regelvrije zone’ daar kan ik dus niet zoveel mee. Zo denk ik helemaal niet. Natuurlijk lap ik geen regels aan mijn laars, maar ik begin ergens anders met denken: bij de thema’s en de dingen die we willen realiseren en dan het gesprek erover voeren, dan komen we als we willen wel tot een oplossing. Simpel voorbeeld: als ik mijn auto wil wassen op straat dan kijk ik of iemand er last van zou kunnen hebben en als dat zo is dan heb ik daar respect voor, ongeacht of er een regel is die verbiedt of juist toestaat dat ik mijn auto was.
Maken politici en ambtenaren al voldoende gebruik van de maatschappelijke denk- en doekracht, Hans?
Hans Alberse: Nee. Bijvoorbeeld een ambtenaar die inwoners uitnodigt die veel verstand hebben van afvalinzameling, dat gebeurt vaak niet, want ambtenaren zoeken de veiligheid van hun eigen deskundigheid in hun kleine ambtelijke wereldje. Maar als er dan iets grondig misgaat dan komen inwoners zelf bij elkaar en dan is het geduld met de gemeente op. En dan wordt de gemeente overruled door kennis en initiatieven vanuit de samenleving. De krachten in de samenleving worden steeds sterker, dus kunnen we beter met de samenleving werken. Voor iedere professional zou het toch moeten prikkelen dan: hoe werk ik wel op een open manier samen? Een leuk bijeffect van dat laatste is dat het spannend en leuk wordt.
“De krachten in de samenleving worden steeds sterker, dus kunnen we beter met de samenleving werken.” – Hans Alberse
Hoe krijgen we daarin dan alle ambtenaren mee?
Hans Alberse: Soms hoor je op het gemeentehuis wel eens smalende reacties op ambtenaren die veel buiten de muren van het gemeentehuis actief zijn, zoals ‘die is iets te vaak bij de buurtbarbecue geweest’. Die ambtenaren lijken dan een bedreiging te vormen voor de vele ambtenaren die binnen de veilige (schijn)zekerheden van het gemeentehuis willen werken. De oplossing hiervoor was bij ons dat we de extern gerichte ambtenaren die in sterke verbinding met de maatschappij staan direct onder het gezag van de hoogste ambtenaar, de gemeentesecretaris plaatsten en hen daarmee een hele belangrijke positie te geven op het gemeentehuis. Zo kregen deze ambtenaren het gewicht om niet alleen problemen van buiten naar binnen te halen en op zijn hoogst in een jaarplan een plekje te geven, maar die problemen ook daadwerkelijk op te lossen. Ik liet deze ambtenaren daarom ook regelmatig aanschuiven in de vergaderingen van het college van Burgemeester en Wethouders.
Tot slot een reactie van degene met wiens citaat we deze blog startten: Hanneke, wat wil jij nog toevoegen naar aanleiding van de opmerkingen van Merel, Hans en Martijn?
Hanneke Snippen-Dullemond: Mooi deze reacties! Dit is precies het type gesprek dat we volgens mij moeten voeren. Met voorbeelden hoe het kan werken. Want uiteindelijk vraagt elk vraagstuk om een eigen aanpak die past bij de mensen die op dat moment betrokken zijn. Ik denk dus dat het steeds meer op maatwerk aan komt. Vooral als het gaat om mensen die zonder de overheid eigen initiatief nemen zoals Merel beschrijft. Maar er zijn ook nog genoeg inwoners/burgers die wél graag willen horen waar de overheid wel en niet van is, en wat er wel en niet mag of kan. Van ambtenaren en politici vraagt dat veel lenigheid van geest en handelen. Dat maakt werken voor de overheid zo’n mooie uitdaging.
Agenda
Meld bijeenkomst aan
Ook in onze agenda verschijnen?
Meld dan hier de bijeenkomst aan.