Gemeenten vullen gezamenlijk de Woo-index

Hoe zit het met de  verplichte informatiecategorieën? Moet ik  dezelfde url op verschillende plekken opnieuw invullen? Deze vragen en meer komen naar voren tijdens de gezamenlijke invulsessies die de VNG samen met KOOP organiseert voor haar leden. De VNG organiseerde voor gemeenten en gemeenschappelijke regelingen twee zogenoemde invulsessies voor de Woo-index. VNG programmamanager Jeroen Jonkers legt uit waarom de VNG dit organiseert.

Bestuursorganen kunnen sinds 19 juni aansluiten op de Woo-index. Daarover stuurde het ministerie van Binnenlandse Zaken een brief. Jeroen Jonkers: “De aanleiding voor onze sessies was de brief. Aansluiten gaat natuurlijk niet vanzelf. Dus wij dachten laten we kijken of er behoefte is aan een sessie voor gemeenten en gemeenschappelijke regelingen om ze hierbij de te ondersteunen. In eerste instantie een testcase om te zien of er belangstelling voor was. Dat bleek zo te zijn, voor beide sessies hadden we zo’n 40 deelnemers.”

Hoe verloopt zo’n sessie?

"We doen de sessies samen met KOOP, het onderdeel binnen Logius dat verantwoordelijk is voor de overheidspublicaties. Zij hebben de Woo-index gemaakt. Wat mij opviel was dat er veel verschillende vragen gesteld werden. Over het invullen, maar ook verduidelijkingsvragen. Niet elke gemeente of gemeenschappelijke regeling weet evenveel over het proces rondom de Wet open overheid. Dus daar kwamen vragen over, maar ook werd er gelijk feedback gegeven over de wijze van invullen, of als iets niet duidelijk geformuleerd was. Daarbij viel de tijd ook wel mee, we planden het steeds voor een uur in, maar we merkten bij beide sessies met 50 minuten klaar te zijn.

Wat gaat er goed tijdens de invulsessie?

Kijk, wat sowieso goed gaat, is het feit dat het überhaupt gevuld wordt. Dat is positief! We merken dat gemeenten echt aan de slag willen. Natuurlijk gaat dat niet helemaal vanzelf en het kost tijd, maar er worden echt stappen gezet. Bij gemeenschappelijke regelingen ligt dat anders, daar zijn er heel veel van en niet allemaal zijn ze zich ervan bewust dat ze onder de Woo vallen. En dat is ook logisch, want een gemiddelde gemeenschappelijke regeling, die kreeg niet vaak een Wob-verzoek. Die gingen 9 van de 10 keer toch naar de gemeente. Terwijl onder de Wet open overheid het allemaal net wat anders is geregeld. Maar dat is dan ook de reden dat wij deze sessies organiseren.

Wat is naar jouw idee op dit moment het grootste struikelblok waar gemeenten en gemeenschappelijke regelingen tegenaan lopen?

De vraag: wat moet ik invullen bij mijn categorie? Dat komt omdat nog niet alle categorieën uitgewerkt zijn. Van veel categorieën hebben we alleen de beperkt juridische omschrijving. En ook dat is weer het positieve van deze sessies, dat ook dit soort vragen bovenkomen, want die kunnen ons ook weer verder helpen in de verdere ontwikkeling van de Woo-index.

Volgen er meer invulsessies?

Dit jaar komen er nog drie aan: in september, oktober en december. Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen die een Woo-redacteur aanmelden krijgen een uitnodiging voor een sessie. In december kijken we op basis van het aantal nieuwe inschrijvingen op de Woo-index of het interessant is om door te gaan in 2024. Maar dan mag je toch wel hopen dat iedereen inmiddels is aangesloten op de Woo-index.”