Iedereen heeft recht op informatie over wat de overheid doet, hoe ze dat doet en waarom. Overheidsorganisaties moeten die informatie uit zichzelf geven, of als iemand daarom vraagt. De documenten waarin die informatie staat, worden dan openbaar. Dat is geregeld in de Wet open overheid (Woo) die op 1 mei 2022 in werking is getreden.
Betekenisvolle actieve openbaarmaking
De overheid werkt daarom vanuit het ‘open tenzij’-principe: betekenisvolle informatie die aansluit op de informatiebehoefte wordt openbaar gemaakt, tenzij dit niet kan vanwege staatsgeheimen, veiligheid of privacy. Als overheidsinformatie openbaar wordt gemaakt kunnen burgers, maar ook bijvoorbeeld Kamerleden of journalisten, de overheid controleren. Openbaarheid is daarom belangrijk voor de democratie in ons land.
Pro-actieve openbaarmaking als inspanningsverplichting
Overheden moeten belangrijke informatie uit zichzelf openbaar maken. Dat staat in artikel 3.1 van de Wet open overheid en wordt ook wel de ‘inspanningsverplichting tot actieve openbaarmaking’ genoemd. Het betekent dat de overheid informatie over bijvoorbeeld beleid, besluiten en de uitvoering daarvan deelt. Hierbij is het van belang dat de overheid aansluit op de informatiebehoeften van bepaalde doelgroepen, zoals journalisten, maatschappelijke organisaties of burgers. Zo kan iedereen beter volgen en nagaan hoe besluiten worden genomen.
Verplichte actieve openbaarmaking van informatiecategorieën
In artikel 3.3 van de Wet open overheid is geregeld dat zeventien documentsoorten - ook wel ‘Woo-informatiecategorieën’ genoemd - altijd openbaar gemaakt worden. Zonder dat iemand daarom vraagt. Deze verplichte actieve openbaarmaking geldt onder meer voor wetten, beschikkingen en onderzoeksrapporten.
Verplichte actieve openbaarmaking brengt technische en organisatorische veranderingen met zich mee. Werkprocessen en systemen moeten aangepast worden. Ook is het belangrijk dat medewerkers weten wat hen te doen staat. Daarom wordt deze verplichting stap voor stap ingevoerd. Het programma Open Overheid en haar netwerkpartners helpen overheidsmedewerkers hierbij. Bijvoorbeeld met hulpmiddelen en handreikingen, het publiceren van vragen en antwoorden en het doorverwijzen naar websites van netwerkpartners.
Openbaar maken op verzoek
Als een burger, bedrijf of journalist aan een overheidsorganisatie vraagt om informatie openbaar te maken, dan noemen we dat ‘openbaar maken op verzoek’ of ‘passieve openbaarmaking’. In artikel 4.1 van de Woo is vastgelegd dat iedereen bij de overheid informatie kan opvragen via een Woo-verzoek. De overheid heeft dan vier weken de tijd om de gevraagde informatie te verstrekken. Voor een groot of complex verzoek geldt een termijn van zes weken. Om de termijnen te halen en informatie tijdig aan te leveren, moeten organisaties een helder afhandelingsproces inrichten. Een randvoorwaarde daarbij is dat de informatiehuishouding op orde is. Ook bij het openbaar maken op verzoek biedt het programma Open Overheid verschillende hulpmiddelen en handreikingen.
Benieuwd naar de afhandeling van Woo-verzoeken binnen de Rijksoverheid? Raadpleeg dan het Rijksdashboard Woo-verzoeken. Hier is te vinden hoeveel en hoe snel Woo-verzoeken worden afgehandeld.