Voortgangsbrief open overheid naar de Eerste en Tweede Kamer
Steeds meer overheidsorganisaties maken informatie actief openbaar en geven daarmee invulling aan de Wet open overheid. Dat schrijft demissionair minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer.

Organisaties kiezen vaker om verder te gaan dan alleen het openbaar maken van documenten, bijvoorbeeld door meer context te geven bij openbaar gemaakte stukken. Op die manier krijgt de openbaar gemaakte informatie meer betekenis. Een voorbeeld hiervan is het Openbaarheidscentrum van de gemeente Amsterdam, dat hiervoor onlangs de Transparantieprijs ontving. Ook is er een toename bij het openbaar maken van dossiers zonder wettelijke verplichting. Zo is de dossiervorming van de Nationale Digitaliseringstrategie direct na vaststelling in de ministerraad openbaar gemaakt.
Verplichte actieve openbaarmaking
In haar brief gaat de minister verder in op de verplichte actieve openbaarmaking van 17 informatiecategorieën. Sinds november 2024 zijn bestuursorganen verplicht om vijf informatiecategorieën actief openbaar te maken. De minister werkt op dit moment aan de verplichting van de resterende twaalf categorieën. De oplevering van de generieke Woo-voorziening kost volgens de minister meer tijd. In de loop van dit jaar volgt verdere informatie.
Ondersteuning voor overheden
Naast de verplichte actieve openbaarmaking, hebben bestuursorganen ook een inspanningsverplichting voor het openbaar maken van informatie (artikel 3.1 Woo). Om overheden te helpen hier betekenisvol invulling aan te geven, is een afwegingskader ontwikkeld. Dit helpt ambtenaren bij het kiezen van informatie die het meest waardevol is om te delen.
Start werkgroep Woo-proces en adviezen
Deze zomer start een werkgroep die aan de slag gaat met het ontwerpen van een efficiënt, responsief en uniform Woo-proces. De werkgroep neemt hierin ook de zogenoemde verkorte parafenroute mee. Die route laat zien dat besluiten sneller kunnen worden genomen: binnen het ministerie van BZK is de gemiddelde doorlooptijd op directeursniveau nu drie dagen korter dan voorheen.